Ziekte van Cushing
PPID betekent Pituitary Pars Intermedia Dysfunction. ‘Pituitary gland’ is de Engelse naam voor hypofyse oftewel hersenaanhangsel. PPID wordt ook wel de ”ziekte van Cushing” genoemd. Dit is een verstoring van de hormoonafgifte in de hypofyse van het paard. Hierdoor is de aanmaak van hormonen, zoals ACTH ontregeld. Het komt voornamelijk voor bij paarden van middelbare leeftijd (15-20 jaar). Het is echter ook al gebleken dat de ziekte vanaf zeven jaar vastgesteld is.
De meest voorkomende ziekteverschijnselen van PPID zijn: gedragsveranderingen (sloomheid en minder goed presteren), hoefbevangenheid en veranderingen van de vacht (vertraagde verharing, lang en/of krullend haar). Andere verschijnselen zijn: veel drinken en plassen, onvruchtbaarheid, verminderde weerstand en veranderingen aan lichaamsbouw (verlies van spieren, vetstapeling boven ogen).
Ziekteverschijnselen
- Gedragsveranderingen (sloomheid en minder goed presteren)
- Hoefbevangenheid
- Veranderingen van de vacht (vertraagde verharing, lang en/of krullend haar)
- Veel drinken en plassen
- Onvruchtbaarheid
- Verminderde weerstand
- Verlies van spieren, vetstapeling boven ogen
Video uitleg
Behandeling
Met medicatie is de ziekte van Cushing goed te behandelen, maar niet te genezen. Dit betekent dat een paard met de ziekte van Cushing levenslang medicatie moet krijgen. De medicatie remt de hormoonproductie in de hypofyse. De negatieve gevolgen kunnen zo langdurig en effectief worden bestreden. Het is ook belangrijk om uw paard zo min mogelijk suikerrijk en zetmeelrijk voer aan te bieden. Let ook op met teveel gras. Door een teveel aan suikers kan een paard met de ziekte van Cushing namelijk hoefbevangen worden. Heeft u vragen over de voeding van uw paard, bel gerust naar de praktijk voor advies. Verder is een regelmatige gebitsverzorging en tijdig naar de hoefsmid belangrijk om de gezondheid van uw paard te bevorderen.